Categorie archieven: Duitsland

Op dood en leven!

Ik kijk naar links, rechts en weer naar links en dan zie ik het liggen: een vogeltje. Net aangereden. Zijn veertjes waaien in de wind op. Ik steek over en eenmaal aan de overkant kijk ik nog een keer naar links. Zag ik nu wat bewegen? Een stuiptrek waarschijnlijk, stel ik mezelf gerust. Ik loop door en dan slaat de twijfel toe. Wat als hij nu nog leeft? Achter mij  hoor ik twee auto’s voorbijrazen. Ach dat kan niet, denk ik verder. Anders is hij nu echt wel dood. En toch… er ontstaat een ferme strijd tussen twee stemmetjes in mijn hoofd. De een wil me een halfdood bloederig vogeltje van het wegdek schrapen besparen. De ander schetst mij een beeld van een angstig diertje, dat steeds auto’s op zich af ziet stormen en wanhopig probeert te ontkomen. De laatste stem wint. Ik ren terug!

Voor me zie ik op de bewuste weg in een flits drie motoren op volle snelheid richting het vogeltje gaan. Hopend dat ze hem kunnen ontwijken, zie ik in de verte een rij auto’s aankomen. Wanneer ik bij de weg aankom, is de situatie veranderd. In plaats van bijna doodstil in het midden van de rechterrijbaan ligt het diertje nu wild fladderend op de stippellijn. De auto’s zijn inmiddels zo dichtbij, dat ik in principe niet meer zou oversteken. Nu wel! Ik ren en ren en vlak voor ze eraan komen, grijp ik het vogeltje van het asfalt en spurt door naar de overkant. Dat ging verrassend eenvoudig. Er is geen bloed, ik zie geen geknakte vleugeltjes, hij lijkt helemaal heel. Maar dat is ook alles. Het snaveltje is opengesperd, zijn kopje valt steeds opzij, hij ademt als een gek… het diertje is compleet in shock. Want ja, weet dat beestje veel: mijn liefdevolle mensenhanden zijn niet de klauwen van een roofvogel.

Ik loop terug naar huis. Wat nu? Wat als hij nu toch niet helemaal oké is. Moet ik dan zijn nekje omdraaien? Of hem langzaam laten sterven? Naar de dierenarts? Intussen ligt zijn kopje op de binnenkant van mijn duim. Ik zie dat hij lichtbruin is met een goudbruin staartje, maar ik herken niet wat voor soort het is. Intussen praat ik maar op het beestje in. ‘Je gaat het redden, hou vol’ en als zijn oogjes dichtvallen, ‘nee niet doodgaan… please, echt dadelijk vlieg je weer’. Geen idee of het helpt, maar het stelt mij gerust. Dan sta ik thuis in de garage en probeer hem in een doosje te doen, maar die zit vol spinnenwebben. Daarbij als hij toch ineens gaat vliegen, dan vliegt hij misschien tegen een ruit. Het wordt de kattenreismand met het deurtje dicht.

Dan is het wachten geblazen. Het vogeltje ligt te hijgen: meer dood dan levend. En toch, ik heb dit eerder gezien bij een mus die tegen een ruit was gevlogen. Een half uur lang leek hij het te begeven, totdat hij opeens wegvloog. Dus ik hoop en hoop… en ja na drie kwartier zit hij weer een beetje rechtop, zijn kopje staat overeind en zijn oogjes kijken mij aan. Nu is het tijd voor de volgende stap. De kat naar binnen en de vogel naar buiten. Het mandje zet ik op het gras bij een aantal struiken en open het deurtje. Er gebeurt niets. Na twintig lange minuten gebeurt er nog steeds niets. Zou hij toch ergens zijn geraakt door een auto? Als ik even wegloop en weer terugkom, zie ik nog net dat hij wegvliegt rechtstreeks naar een grote boom. Gelukkig!

Achter mijn laptop word ik nieuwsgierig. Wat is het voor een vogel? Ik zoek en zoek en dan zie ik zijn foto op de website van de vogelbescherming . Erbij staat:

Bijna iedereen heeft wel eens gehoord over deze vogel met fabelachtige zangkwaliteiten. Slechts weinigen hebben ‘m ook wel eens gezien.

Ik heb een nachtegaal van het wegdek geraapt! Maar dat niet alleen, ik heb meteen een wijze les gehad. Het is niet altijd zo hopeloos als het lijkt. Van de gedachte dat het beestje toch wel dood zou zijn en ik beter door kon lopen, vliegt deze nachtegaal dankzij mijn actie nu weer rond. Misschien bereikt hij met zijn kleine bruine vleugeltjes, die ik in mijn hand heb gehad en van dichtbij heb mogen zien, in het najaar zijn winterbestemming  in Afrika? Of wie weet hoeveel mooie serenades hij nog zingt? Maar een ding is zeker: ik ben blij dat de stem voor ‘leven’ heeft gewonnen. Want wat voel ik me goed!